2007: voor de tweede keer dit jaar naar Roemenie

vrijdag 7 t/m zondag 16 september 2007

Lees eerst: Hoe het allemaal begon

Vrijgdagmiddag 7 september. Voor de tweede keer dit jaar zette ik voet op Roemeense bodem. Ditmaal met Koekjesoma Henny in mijn kielzog die ook wel in was voor een Roemeens avontuur. Om 12 uur ‘s-middags stonden wij al op Otopenie,  gevlogen met de Lufthansa, en Angela en Nicolae stonden ons al op te wachten. Meteen werd de bagage in de witte Logan gepropt en begonnen wij aan de rit naar Bradet. Want wat is Roemenië zonder Bradet? Na een lange rit binnendoor (de snelweg naar Pitesti lag open) arriveerden wij om een uurtje of 5 in de middag dan eindelijk in Bradet.

Net zoals mij overkwam in alle jaren daarvoor zat ook Henny vol verrukking met haar neus tegen de autoruit geplakt. Ook voor haar ging er een andere wereld open en ook Henny was op slag verliefd op dit land in het oosten van Europa.

Het straatje in Bradet lag er zoals gewoonlijk verrekte slecht bij en het ging dan ook met horten en stoten naar boven. Alexandru zat al voor zijn armoedige ferma en zijn oude gerimpelde gezicht begon te stralen. Ik stoof de auto uit, het hek door en om zijn nek. Ohoh…..hij stotterde van genot en pakte mij verbluffend stevig vast. Het Hollandse kind was weer thuis. Henny werd hoffelijk begroet met een handkus. Constanta was nog op het land en miste onze aankomst. Een uurtje later vloog ook zij om mijn nek en Henny kreeg verbluft dezelfde begroeting. Die is niet zo zoenerig aangelegd maar hier moest ze er toch aan geloven. Roemenen zijn nu eenmaal verzot op zoenen.

Ik was trouwens blij om Alexandru te zien. Lang had hij in het ziekenhuis gelegen en was de dag ervoor pas thuisgekomen. Had flink stennis liggen maken dat hij naar huis wilde want zijn “dochtertje” uit Nederland zou vrijdag komen, dat kon en mocht hij toch niet missen he. Ze lieten hem maar gaan, zij het niet van harte want het gaat niet goed met “vadertje”.

Daarna werd alle bagage Casa Pascu ingedragen en ploften wij vrolijk op het terras neer met een peukie en een bakkie. Ik was weer “thuis” in mijn geliefde Bradet en Henny vond het allemaal een groot avontuur en keek haar ogen uit haar hoofd. Na nog lekker te hebben gegeten en een hoop geklets doken wij doodmoe het grote “nep Ikea bed” in.

Zaterdagmorgen 8 september werden wij gewekt door de haan van de buren. Het was een stralende dag en na het ontbijt gaf ik Henny een rondje Bradet. De verlaten weg, de oude mensjes die nog steeds met emmertjes water van de rivier af kwamen, kapotte auto’s die zomaar ergens neergezet waren om te vergaan tot een hoop oud roest, de armzalige waterputten langs de weg, het vee dat overal en nergens los rondliep, de zwerfhonden natuurlijk achter Henny aan……en dan die rust en die stilte. Wij genoten ervan. Rust en stilte…..? Ja, in de meeste gevallen wel, ware het niet dat er zo af en toe een oude auto luid toeterend de weg af kwam scheuren met zwaaiende bestuurders. Wij zwaaiden maar vrolijk terug!

Weer thuisgekomen wilde Nae met ons naar de Vidraru Stuwdam…..nou, dat liet ik mij geen tweede keer zeggen want dat is altijd een fraai iets om te bezichtigen en Henny was daar natuurlijk nog nooit geweest. Angela bleef thuis in haar keukentje en stoeide met haar potten en pannen om een lekkere maaltijd voor ons te maken die middag. Via Curtea de Arges reden wij het prachtige berggebied van de Vidraru in, het zonnetje scheen volop en weer zat Henny met haar neus tegen het raam geplakt. O o o, wat een belevenis was dat toch. Gammele oude auto’s die op hun gemakje voor ons uit tuften, kuddes schapen en koeien, massa’s mensen op de weg en stokoude opaatjes op nog oudere fietsen, paarden en wagens met hele families erop. Tja, zelfs ik raak daar nooit op uitgekeken, het is ook zo’n totaal andere wereld!

Eenmaal bij Vidraru aangekomen keek ik mijn ogen uit. Wat was het daar in die 2 jaar tijd veranderd. Massa’s toeristen en een hele batterij kraampjes met maïs en koekjes en andere ondefinieerbare versnaperingen. En overal politie om het verkeer te leiden. Nu was dat wel nodig ook, een zigeuner kwam met zijn behuizing de bocht om scheuren terwijl er een automobilist verwoede pogingen deed om ook de bocht te nemen en de goede versnelling van zijn oude barrel niet kon vinden. Hilariteit alom, het toeziend publiek in een deuk en de zigeuner witheet van woede omdat hij er niet langs kon. Flinke schelpartijen over en weer waren het gevolg en toen ik ook nog het “lef” had om een paar foto’s van het tafereel te nemen kreeg ik ook de volle laag. Ik lag in een deuk en trok me er niets van aan. De politie agenten stonden er met hun neus bovenop, staken geen vinger uit en stonden net zo hard te lachen als de rest. Henny vond het machtig daar en had natuurlijk al snel een stelletje zwerfhonden achter zich aan. Ik had snel een baal koekjes voor haar gekocht (80 cent) en de zwerfhonden hadden een goede dag. Terug in Bradet konden wij gelijk aanschuiven in het knusse kamertje van Casa Pascu. De buren Nicolae en Geta met zoon Vlad waren ook net uit Boekarest aangekomen en schoven ook aan. Gezellig, want ik had hun al heel wat jaartjes niet meer gezien dus er was veel bij te kletsen. Ook buurvrouw Dogitha kwam even later met haar boeren werkkleren aanwaaien en schoof met een verheerlijkt gezicht tussen ons in aan tafel. Zo…..de club was weer compleet en er werd heel wat afgegeten en van de heerlijke zelfgemaakte kersenwijn gedronken. Na het eten verdwenen Angela en Nae naar boven voor een middagslaapje en Henny en ik gingen bij Nicolae en Geta een bakkie drinken. Zoon Vlad was ook veel met fotografie bezig dus dat was kaassie voor mij. Uren hebben we zitten babbelen.

Daarna hadden wij een afspraak met Constanta en Alexandru in hun boerderijtje. Henny stapte dan ook verwachtingsvol over de drempel en keek haar ogen uit, net als Marloes 2 jaar geleden en ik 13 jaar geleden. De tijd staat hier stil, een lemen vloer met wat versleten kleedjes er overheen, een bed, een klein tafeltje met een krukje, een antiek wasbakje, een grote stenen kachel met kookplaat en dat is het. Het is altijd zo geweest en het zal ook altijd wel zo blijven. Ik was er inmiddels wel aan gewend na al die uren die ik hier heb doorgebracht, maar voor Henny was het flink slikken. De cadeautjes werden afgegeven, ik kreeg lachend op mijn kop omdat ik afgelopen februari voor een verrassingsbezoek had gezorgd en ook stak ik ruim 100 euro in Constanta’s gerimpelde hand. Deze keer werd het geld met een zucht van verlichting aangenomen (normaal met tranen), ze zullen het hard nodig hebben omdat Alexandru zo ziek is. Met innige dank aan al mijn vrienden en familie die hebben gesponsored.

Constanta liet ons ook nog het 1 week oude poesje zien dat in de houten buitenkeuken lekker warm op bed lag en Henny was er natuurlijk niet bij weg te slaan. Toen kwamen de 2 koeien terug van de wei en stonden voor het hek te loeien. Alexandru vertelde stoer dat hij de dames wel even op stal zou zetten. Ik naar buiten natuurlijk en ik zag Alexandru worstelen met zijn dikbillen om ze het kleine gammele stalletje in te krijgen. Een koe had er weinig zin in en draaide heftig wat rondjes op het kleine erfje, de wc kreeg bijna een kopstoot en Alexandru stond luid schreeuwend en met zijn stok zwaaiend die koe uit te schelden. Het beest verdween even later hardhollend naar binnen, Alexandru werd zowat omver gelopen maar het ging goed. De wc stond nog en Alexandru ook.

Daarna werd het tijd om terug te gaan naar Casa Pascu. Die avond speelde het Roemeense elftal tegen Bulgarije en daarna het Nederlands elftal tegen Wit-Rusland. Met een oranje hoed en de nodige glazen wijn werden de wedstrijden bekeken en daarna was het bedtijd. Het was weer een fijne dag geweest.

Zondag 9 september. Een schitterende dag en wij besloten om via Cheia naar Boekarest terug te rijden. Dat vond ik geweldig want dat zag ik mijn lieve vrienden Ioana en Nicu weer, dat was ook al weer 2 jaar geleden. Snel ging ik naar Constanta en Alexandru om afscheid te nemen, maar ik werd door een huilende Constanta de houten buitenkeuken ingetrokken waar ze snotterend om mijn nek viel. Alexandru was weer naar het ziekenhuis en oh oh wat had ze het er moeilijk mee. Samen hebben we even een lekker potje zitten janken en ik probeerde Constanta in mijn steenkolen Roemeens een beetje op te beuren. Veel kan ik niet voor ze doen als ik in Nederland ben, maar als er echt “stront aan de knikker” is weten ze me via Angela en Nicolae wel te vinden en dan pak ik het eerste het beste vliegtuig. Die wetenschap stelde haar gelukkig een beetje gerust.

Na een paar laatste foto’s en met achterlating van een huilende Constanta vertrokken wij richting Cheia. Ik had graag nog even bij haar gebleven maar wij hadden nog een hele lange rit voor de boeg dus dat ging helaas niet. Na een geweldige rit via de struisvogelvallei, een dal met een een restaurant en struisvogelfarm, totaal geïsoleerd en moeilijk te bereiken via een vreselijk slecht pad, kwamen we aan op het uitkijkpunt over het Bucegigebergte. Daar was pas verse sneeuw gevallen en het was adembenemend mooi. Via Bran, waar we niet konden stoppen omdat het afgrijselijk druk was daar, en Brasov, kwamen we dan eindelijk in het prachtige bergdorp Cheia. Ioana kwam al aanhollen en zoende me haast plat, Henny kreeg ook de nodige kussen te verwerken en wij streken neer op hun terras voor het huis. Maar waar was mijn grote vriend Nicu? Die had al afspraken voor die dag en was met de priester van het klooster op stap, baalde wel verschrikkelijk dat hij “zijn Monica” misliep en ik baalde ook. Maar ja, er was niets aan te doen. Ioana schoof snel naast me aan tafel, pakte mijn hand en liet me niet meer los totdat we na een uurtje weer verder moesten.

Na weer een monsterlijke rit kwamen we dan eindelijk ‘s-avonds om een uur of 8 in Boekarest aan. Bah…..weer in die enorme drukke grauwe stad na de schoonheid van het Roemeense platteland en de bergen. Maar ja, niets aan te doen. Henny keek weer haar ogen uit in het kleine 2 kamerwoninkje van Angela en Nae in de Str. Avrig. 10 Hoog in zo’n grauwe woonkazerne. Haar ervaringen begonnen zich ook in snel tempo op te stapelen. Na een lekkere maaltijd en een paar lekkere borreltjes doken wij doodmoe ons bed in.

Maandag 10 september. Angela en Nae moesten weer naar hun werk en wij gingen naar het huis van Lumi, 10 minuten lopen vanaf Avrig, wat op zich een wonder is in deze immens grote stad. Lumi stond ons voor haar appartement al op te wachten en blij werden we naar binnen gehaald, met alle bagage in het “kippenhok” naar de vijfde etage. Na even lekker te hebben bij gekletst in het gezellige keukentje besloten wij om naar het klooster van Ghighiu te gaan, net even buiten Ploiesti. Wij stortten ons weer in het chaotische verkeer, waren na een uurtje de stad uit en reden in een keer naar het klooster toe. Op zich een wonder want Lumi weet nooit de weg te vinden en, mijn vorige ervaringen met Lumi’s navigatie-kunde kennende, een pluim waard. Ook Lumi zat te glunderen…..haha, ze had het in een keer goed. Het klooster was erg mooi, gelegen even buiten Ploiesti waar je geen zicht had op de oerlelijke fabrieken die het landschap daar ontsieren. Het was mooi, rustig en sereen hoewel…..in de kerk was het wat minder rustig. Een non was aan het stofzuigen met een oeroude machine die een herrie maakte van jawelste. Ik lag dubbel natuurlijk. Na een uurtje te hebben rondgestruind besluiten wij om verder te rijden naar Targoviste dat een kilometertje of 50 verderop ligt. Ik was daar nog nooit geweest, Lumi ook niet trouwens. Het hele gedoe met de goede weg vinden begon weer opnieuw. Gelukkig hebben ze in Roemenië ook Indicatoren (wegwijzers), dus ik op de Indicator letten en Lumi scheuren met haar Dacia. En we kwamen er hoor.

Een prachtig Museum-complex genaamd Het Hof van Vlad Tepes met een toren, oude ruïnes en een kloosterkerk. En wij stonden voor een dichte deur, het bordje bij de ingang gaf aan dat het complex op maandag gesloten was voor publiek. Wij balen natuurlijk maar wij hadden niet op Lumi gerekend. Er kwam een bewakingsbeambte naar ons toe en Lumi begon al haar charmes op die arme man los te laten. Na 5 minuten soebatten en heftig geflirt mochten wij dan toch naar binnen. De bewakingsbeambte met een knalrode kop van Lumi’s charmes en Lumi met een grijns van oor tot oor. Ik had de grootste moeite mijn gezicht in plooi te houden want het was echt koddig om te zien. Dat is Lumi ten voeten uit hoor!

Er kwam zelfs een meisje naar ons toe om de kerk open te maken en wij konden naar hartelust binnen rondstruinen en foto’s maken. Het meisje legde nog uit dat de maandag gebruikt werd als “schoonmaakdag”. Toen moest ik natuurlijk naar de wc. Na veel gezoek vond ik een klein gebouwtje ergens in een hoekje van het kloosterterrein en de stank kwam me al tegemoet. Een trapje af en om de hoek van deze smerige “catacomben” een paar gaten in de grond. Die waren ze zeker al jaren lang vergeten bij de schoonmaakbeurt…..wat een smerige boel was dat zeg! Maar ja als je moet dan moet je en ik ging weer vol walging boven een van de gaten hangen. Henny moest ook, kwam….zag….en vluchtte vervolgens weer hard naar buiten. Dan maar ophouden die boel. Daar kreeg ze later nog spijt van!

Na ons uitgeleefd te hebben in de kerk togen de dames naar de ruïnes van het oude kasteel. Werkelijk prachtig was het en op de oude muren hadden ze een soort metalen platen gelegd zodat de bezoekers zich wat makkelijker door de ruïnes konden begeven. Een waar looppad hadden die Roemenen aangelegd. Maar…..de platen maakten een vreselijke herrie als je er overheen liep, aan alle kanten gedeukt leek het wel een kermisattractie en Henny kreeg er de slappe lach van. En die moest toch al zo nodig! Daarna beklommen wij de toren en Lumi en ik kwamen uitgeput en naar adem snakkend boven, Henny kwam op haar gemakkie achter ons aan op handen en voeten. We lagen dubbel van het lachen daarboven. En we hadden een schitterend uitzicht over Targoviste, het museum-terrein en de bergen.

Na dit fantastische bezoek besloten wij terug te rijden naar Boekarest via een binnendoor weg. Na een aantal kilometers kwamen wij een heel gezellig uitziend restaurant La Chica tegen en besloten daar maar eens een hapje te gaan eten. Wij waren de enige gasten, werden vreselijk in de watten gelegd, kregen een zwerfhondje aan tafel die helemaal volgestopt werd met stukjes schnitzel en brood, zagen massa’s boeren met paard en wagen over de weg scheuren volgeladen met maïs want het was oogsttijd en ons vlees werd door een struise dame op een blikken barbequetje klaargemaakt dat pal aan de weg stond. Maar het smaakte heerlijk en met een volle maag en een paar euro’s armer reden wij na een uurtje of 2 weer richting Boekarest. Door vele armoedige dorpjes en prachtige landschappen, de weg was echt heel mooi en wij kwamen nog een hele stoet zigeuners tegen met hun armoedige behuizingen. Henny keek haar ogen weer uit en toen er een hele kudde koeien op hun gemak op de verlaten weg liep en de dames beslist niet opzij wilde gaan lag Henny helemaal dubbel van het lachen. Het was dan ook een koddig gezicht.

Terug in het gekkenhuis van Boekarest kwamen Angela en Nicolae op bezoek, bleven een tijdje gezellig hangen, wij aten nog wat en doken daarna moe maar voldaan ons bed in.

Dinsdag 11 september. Wederom was het een prachtige dag en Lumi had de smaak van kloosterbezichtigingen te pakken. Net even buiten Boekarest staat het klooster van Cernica en daar wilde Lumi wel naar toe. Daar was ze zelf ook nog nooit geweest dus de keuze was snel gemaakt. Maar ja…..hoe kwam je daar hé! Natuurlijk wist ze de weg weer niet dus de mobiel werd gepakt en een neef werd gebeld. Van handsfree bellen in de auto hebben ze volgens mij nog nooit gehoord daar en dankzij de neef konden wij toch nog redelijk snel de goede weg vinden. Het klooster was enorm en bestond uit 2 delen, een nieuw gedeelte en het oude gedeelte. Op het kloosterterrein lag ook een heel mooi meer.

Henny had al weer een kudde honden om zich heen huppelen en er waren ook flink wat puppies bij. De zak met hondenkoekjes werd al snel geplunderd en de honden hadden een goede dag. Lang zwierven wij over het terrein, met de honden in ons kielzog,  een enorm kerkhof lag verscholen tussen de bomen, een oeroude waterput die nog in bedrijf was…..het was er prachtig. Na een pauze aan het meer met wat drinken en een peukje togen wij naar het nieuwe kloostergedeelte. Daar was het een drukte van jawelste. Tientallen mensen hingen lui onder de bomen en vergaapten zich aan ons. En ze zagen er niet uit, in lompen gehuld en toen ik eens goed ging opletten begreep ik dat er bij de meesten ook een flink steekje los zat. Het bleek dat dit klooster zich ontfermde over de allerarmsten en geestelijk gehandicapten uit de buurt. Er ging een bel en de hele bende stoof overeind en rende massaal naar een enorme tafel in de hoek om te gaan eten. Weer een raadsel opgelost.

Na een flinke tijd te hebben doorgebracht in dit klooster besloten wij om naar de dierentuin te gaan. Het was schitterend en warm weer en we hadden nog tijd genoeg. Maar oh jee…..we kwamen in een geweldige file te staan en tegen de tijd dat we daar uit waren was het al veel te laat. Nog even gestopt bij de Mc. Donald in Otopeni en toen moesten wij naar huis. Adrian kwam ons ophalen want wij waren door Doru en Geta uitgenodigd om uit eten te gaan. Het restaurant waar ze ons mee naar toe namen was heel erg gezellig. We konden lekker buiten eten en er was een triootje dat Roemeense muziek voor ons speelde. De zanger zette een serenade van een half uur in, zong mij uit volle borst toe, ik wist niet meer waar ik moest kijken en de rest lag helemaal in een deuk. Het was reuze gezellig en het eten was echt fantastisch. In dit restaurant zouden Doru en Geta ook hun bruiloftsfeest vieren op 29 september en aangezien ik daar echt niet bij kon zijn vonden ze het leuk om ons daar mee naar toe te nemen. Na afloop bedankte ik de heren hartelijk voor hun optreden en ik werd bedolven onder de handkussen. Rare jongens die Roemenen…..maar wel erg galant. Wij kwamen erg laat thuis, namen nog een afzakkertje in de keuken en doken lekker moe ons bed in.

Woensdag 12 september. Lumi moest die dag nog een heleboel dingen doen want die zou de volgende dag naar Christi in Ierland vertrekken. Dus Henny en ik besloten om de stad in te gaan want Henny wilde dolgraag het Casa Poporului bezoeken, het enorme paleis van wijlen dictator Ceaucescu. Geta hoorde dat wij een rondje Boekarest gingen maken en wilde graag mee. Zoals de meeste Roemenen was zij ook nog nooit binnen geweest in het paleis en dit was natuurlijk een leuke gelegenheid. Lumi gaf ons een lift het centrum in en toen begon het grote wandel en loop werk. Henny keek haar ogen uit. Massa’s mensen verdrongen zich op de enorme trottoirs, duizenden auto’s stoven over de brede boulevards, zwervers in lompen overal en nergens, zwerfkinderen met de lijmzakjes voor hun neus om te snuiven…..het was de gebruikelijke chaos. Na een wandeling over de beroemde Bulevardul Unirii stonden wij voor het Casa Poporului en Henny stond er in verbazing naar te kijken. Oef…wat een enorm groot gebouw zeg. Ik leidde de dames naar de toeristeningang en na een klein uurtje wachten konden wij mee met de Engelstalige rondleiding. Ik liep weer eens door de mij nu wel vertrouwde gangen en zalen (dit was geloof ik de 5de keer dat ik hier binnen was) maar Henny en Geta keken in opperste verbazing om zich heen. Wat was het enorm daarbinnen, wat een luxe en wat een hoop marmer.

Na een half uur stonden wij al weer buiten, het was vreselijk druk met rondleidingen en volgens mij hadden wij nog niet de helft te zien gekregen van wat ik normaal te zien kreeg. De dames echter hadden er van genoten en wij togen de binnenstad weer in. Na een aantal oude kerkjes bezocht te hebben streken wij neer bij de Mc. Donalds voor een hamburgertje en na nog wat omzwervingen namen wij de bus naar huis. Ha…..dat was ook weer een belevenis hoor. Henny kreeg nog net een plaatsje maar Geta en ik stonden als haringen in de ton opeengepakt tussen niet al te okselfrisse Roemenen. Ik begon mij al zorgen te maken over hoe wij in hemelsnaam ooit die bus weer uit konden komen, maar gelukkig moesten wij de halte van de markt Obor hebben en bijna de hele bus stroomde leeg daar.

Na het eten togen Henny en ik de markt op en Henny liep met een verheerlijkt gezicht tussen de kramen door. Het leek Marloes wel die 2 jaar geleden ook zo liep te smullen daar. Henny kocht een leuke trui en een paar slofjes, alles voor een prikje natuurlijk, en was bijna niet van de markt weg te slaan. Daarna gingen we naar Angela en Nicolae om afscheid te nemen want de volgende dag zouden wij met Adrian naar Moldavië vertrekken en niet meer naar Boekarest terug komen. Na een zeer gezellig avondje in Avrig togen wij weer richting Colentina om met Lumi nog even een afzakkertje te nemen. Die moest de volgende morgen om 5 uur de deur uit dus dit was ons laatste avondje samen.

Donderdag 13 september. Om een uurtje of 5 zwaaiden wij Lumi uit die richting Ierland vertrok en wij doken nog even lekker ons bed in om nog wat uurtjes te slapen. Daarna namen wij een bad, aten wat, ruimden het huis op en om 4 uur in de middag kwam Adrian ons halen. Wij stortten ons weer in het chaotische verkeer van Boekarest en na een stief uurtje waren wij er dan eindelijk uit en stoven het platteland op. Het was wel 7 uur rijden naar de ouders van Adrian in Moldavië en wij besloten om even een hapje te eten bij……juist…..de Mc. Donalds in Buzau. Na een ellenlange reis kwamen wij om 11 uur in de avond doodmoe in Gainesti aan, het gehucht waar Mamutsa en Tatutu wonen. De laatste kilometers ging het van de verharde weg af en was het een enorme hobbel de bobbel rit door kuilen, over bergen stenen en langs stinkende mesthopen.

Tututu en Mamuta waren nog wakker en met veel gezoen en geknuffel werden wij onthaald in hun boerderijtje. Ook Petrica, de oudste broer van Adrian en Gheorghita was aanwezig evenals de twee nichtjes Lenuta en Ioana. Ik keek mijn ogen uit, een kamertje met een enorme stenen kachel annex fornuis, een paar bedden, een klein tafeltje en wat krukjes…..dat was de hele inrichting. Een armzalig pitje aan het plafond zorgde voor wat licht en het formuis gaf een heerlijke knusse warmte af. Het leek allemaal verdacht veel op het armoedige boerderijtje van Constanta en Alexandru in Bradet, maar dan iets groter.

Ik moest natuurlijk weer hoognodig naar de wc en vroeg waar het toilet was. Lenuta ging ons voor, de deur uit, langs de stal, het werkhok in en daar weer een deur door naar buiten de moestuin in. En alles pikkedonker en blubberig. Een piepklein lampje buiten zorge ervoor dat ik het hokje naast het kippenhok kon vinden. Ohhhh…..ik had het niet meer. Een houden plank met een gat er in en laat de boel maar vallen. En een lucht……Maar ja, er was niets anders dus ik moest wel. Dat werd nog wat voor ‘s-nachts want dan moet ik ook vaak…..Gelukkig had Petrica mijn probleem al snel in de gaten en er werd mij een lampetkan meegegeven die ik ‘s-nachts kon gebruiken. Pfff, dat scheelde alweer. Na een uurtje ging de hele meute naar bed en wij werden in de mooie kamer gestopt. ‘s-Nachts maakte ik nog een keer gebruik van de “po”, hoefde ik gelukkig niet naar buiten.

Vrijdag 14 september. Al vroeg werd ik wakker door het zonnetje, het geloei van koeien die langs de boerderij liepen en het geratel van paarden en wagens die op topsnelheid over de onverharde weg langs het huis stoven. Ik pakte de lampetkan en toog naar de wc. Bij daglicht zag het er allemaal wat vriendelijker uit, ik stapte over de plas met drek en liet per ongeluk de deur van de schuur openstaan zodat alle kippen en de haan meteen het erf op liepen. Snel joeg ik alle dames en heer weer terug de tuin in en stapte stoer het houten wc-hokje in. De lampetkan werd keurig geleegd en schoongemaakt en ik vond al snel mijn draai op het vochtige hout. Tot mijn verbazing hupten 2 dikke kippen ook naar binnen en gingen er gezellig bijzitten. Daarop kwamen er 2 kleine poesjes binnengeslopen die uitgebreid op mijn schoot kwamen zitten. Ik lachte me een hoedje…..zo had ik toch echt nog nooit op een wc gezeten. Ik toog de boerderij in, werd uitbundig door de hele familie begroet en gaf de lampetkan aan Mamuta. Henny was inmiddels ook wakker en schoof aan in het gezellige kamertje. Wij kregen heerlijk eten, allemaal vegetarisch maar dat mocht de pret niet drukken. Vandaag was het een kerkelijke feestdag en iedereen moest vasten, mocht geen dierlijke produkten eten. Maakte niet uit. Na een heerlijk ontbijtje met verse melk van hun koe en een bakkie heerlijke koffie was het tijd om te vertrekken. De familie hing eerst nog even boven de wasbak in de bijkeuken om zich te poedelen (een badkamer was er niet) en aangezien er geen water was in huis ging het met kopjes water en een washandje. En de wasbak? Ja dat was mijn po voor de nacht. Ik verbaas mij daar nog altijd over……en gniffel dan inwendig natuurlijk.

Adrian wilde ons de beroemde kloosters van Moldavië laten zien die niet zo ver van Gainesti aflagen. Mamuta had beslist dat de hele familie mee zou gaan want het was een feestdag en iedereen was lekker vrij. Dat was natuurlijk wel heel gezellig. Mamuta pakte snel een enorme doos met eten en drinken in voor een Picknik en Petrica zette een losse bank achter in zijn bestelbusje omdat hij maar 2 zitplaatsen had. Zou je hier eens moeten proberen…..wordt meteen je auto in beslag genomen.

En daar ging de stoet, weer een flink stuk over de onverharde hindernisbaan richting Voronet, het eerste en beroemdste klooster van die dag. Na een geweldige rit konden wij ons verlustigen aan de prachtig beschilderde kerk van Voronet. Het staat samen met nog 4 andere kloosters op de werelderfgoed lijst van Unesco, is ongeveer 600 jaar oud en de muurschilderingen zijn nog redelijk goed zichtbaar. Wij genoten er van. Er was nog een buitendienst aan de gang waar ik stiekem nog een aantal fraaie foto’s van de nonnetjes en de priester heb kunnen maken. Een nonnetje had mij door en wierp een paar niet al te vriendelijke blikken mijn richting op.

Wij reden weer verder, naar het klooster van Moldovita. Ook dat klooster stond op de Unesco-lijst en was even mooi en kleurrijk als Voronet. Toen wij het klooster weer uit wilden gaan stond er opeens een oud mannetje in klederdracht voor mijn neus. Of ik hem maar even op de foto wilde zetten, maar dan wel opsturen die foto en graag een horloge erbij want dat wilde hij zo graag. Ik vond het wel een koddige kereltje en beloofde het hem. Hij holde naar binnen en haalde een vodje papier om zijn naam en adres er moeizaam op te krabbelen. Toen moest hij natuurlijk met mij op de foto en hij verklaarde mij meteen zijn liefde, Zijn kunstgebitje was een paar maten te groot en viel van verrukking bijna uit zijn mond en ik werd stevig in zijn armen gesloten. De hele familie lachte zich een hoedje, onze verkering duurde gelukkig niet lang en met een hoop geschreeuw en handkusjes werden wij weer uitgeleide gedaan. Het was me weer een belevenis daar.

Onderweg naar het klooster van Sucevita kwamen wij op het hoogste punt aan in de bergen genaamd “de Palm”. Daar stonden een paar stenen tafels met bankjes en daar gingen we dan pickniken. Mamuta stalde haar hele doosinhoud uit op het tafelkleed en wij werden lastig gevallen door verkopers van fruit en kunsteieren. Er werd ze duidelijk gemaakt dat wij niet van hun bemoeienis gediend waren en daarna lieten ze ons met rust, maar ik moest wel eerst even een kunstei kopen. Ach….voor die paar dubbeltjes…..! Mamuta commandeerde dat het een lieve lust was en al snel zat de hele familie braaf aan tafel te genieten van het schitterende uitzicht op de bergen en met een schuin oog de stier in de gaten te houden die een paar meter van ons af op zijn gemakje stond te grazen. En weer kreeg iedereen een bordje met vegetarisch eten, ik vond het heerlijk maar Henny vond het allemaal wat minder, die had liever een lekker stukje vlees. Na het eten moest er een groepsfoto worden gemaakt onder het monument boven op het hoogste punt. Iedereen stoof naar boven maar Tatutu ging via het gras, die kon al die trappen niet op vanwege zijn slechte heup. Henny kon het niet aanzien en hielp tatutu een handje. Toen de hele bende de trappen weer afkwam pakte Henny en tatutu elkaar stevig vast en innig gearmd kwam het stel voorzichtig de trappen af. Adrian stelde nog voor om die twee maar achter in Petrica’s bestelbus te stoppen waarop iedereen vreselijk moest lachen, inclusief de verkopers die vlak bij ons stonden. Het was een reuze gezellige en dolle boel daarboven en ach…..een echte picknick op zijn Roemeens maak je niet zo vaak mee, het is echt een belevenis.

Het volgende klooster was dat van Sucevita, net zo mooi als de andere twee alleen weer iets anders. Ook op de lijst van Unesco. Ik kon er geen genoeg van krijgen en Henny ook niet, die genoot met volle teugen. Na een stief uurtje tuften wij door naar het klooster van Humor (ook Unesco). Onderweg kwamen wij een kudde koeien tegen die ook echt niet opzij wilden en een koe gaf een geweldige kopstoot tegen de spiegel van Adrian’s auto. De dikbil schrok zich een hoedje en wij ook. Adrian ging de schade opnemen maar het viel allemaal reuze mee. De koe had denk ik wel een stevige deuk in haar zelfvertrouwen opgelopen want die holde als een dolle over de weg. Echt weer Roemenië hoor.

Het klooster van Humor was het allerkleinste van het stel, maar wel erg fraai. Klein maar fijn zullen we maar zeggen. Daarna hadden wij het wel gezien met de kloosters en het ging weer richting Gainesti en richting huis. Ik verlangde zelfs naar de houten wc in de tuin, want in het klooster van Moldovita had ik een poging gedaan maar daar waren de toiletten zo ontzettend smerig dat ik wenste op het “cabinet” in Gainesti te zitten. Echter….vlakbij Gainesti stond nog een klooster, Slatina, en dat moesten wij ook nog even bezichtigen. Dit staat niet op de lijst van Unesco en was nog niet zo oud. De tuinen echter waren prachtig en ik kwam een oude priester tegen die graag voor mij op de foto wilde. Dat vond ik prachtig natuurlijk. Daarna gingen we echt naar huis, aten nog een lekker hapje in de gezellige kamer, zaten buiten op de veranda met een sigaretje en wijn en doken daarna doodmoe ons bed in. Wat een enerverende dag was het geweest. Ik had eindelijk na al die jaren eens de kloosters van Moldavië gezocht en dat in goed gezelschap van een Roemeense boerenfamilie. Geweldig!

Zaterdag 15 september. Ik werd wakker met een enorme brandlucht in mijn neus. Na het hoognodige wc-bezoek betrad ik het kamertje in de boerderij en zag geen hand voor ogen. Het kamertje stond vol met rook en een vieze brandlucht drong mijn neusgaten in. Mamuta was bezig om enorme aubergines te branden op de kachel/fornuis en het enige raampje in het vertrek kon niet open. De aubergines werden daarna gestript, afkoelen en ingemaakt voor de winter. Enorme zakken tomaten en paprika’s ondergingen even later hetzelfde lot en Adrian en Petrica namen Henny en mij mee de bergen in om paddestoelen te gaan zoeken voor het avondeten. Dat moest te voet want de weg was zo slecht dat er zelfs geen auto kon rijden, alleen paard en wagen. Na een fikse wandeling door het dorp en een waar avontuur om de rivier over te steken over een oude boomstam, kwamen we bij een enorme heuvel die beklommen moest worden. Hijgend en puffend kwamen we boven, niet gewend om in de bergen te lopen natuurlijk en ploften neer bij een oude herdershut. Prachtig gelegen op de bergweide, omringt door duizenden bloemen genoten wij met volle teugen van het uitzicht. De hut is van tatutu en hij gebruikte hem in de winter om het vee te verzorgen. Nu wordt de hut alleen nog gebruikt om een beetje te relaxen. Na een verfrissend bekertje wijn ging het verder naar boven. Een hele klim voor twee meiden uit het platte Holland. Bij de overgang van de weides naar het bos bleven Henny en ik achter op een prachtige bergwei met fantastisch uitzicht en Adrian en Petrica togen met hun plastic tasjes het bos in. Na een uurtje lekker zonnen kwamen de heren het bos weer uit, wij liepen voorzichtig naar beneden en kwamen weer bij de herdershut. Weer wijn natuurlijk en daarna moesten we naar huis voor het eten. Mamuta was blij met de buit en beloofde een lekker hapje ervan te maken voor die avond.

Als wij al hadden gedacht om die middag eens lekker te relaxen op de veranda kwamen wij bedrogen uit. Mamuta vroeg of wij zo lief wilden zijn om wat appels te plukken even verderop in het dorp op een ander stuk land van hun. Natuurlijk wilden wij dat en vol goede moed togen Adrian, Petrica, Lenuta, Henny en ik naar de appelbomen. Petrica had Henny en Lenuta al in de bestelbus gepropt en Adrian en ik besloten te gaan lopen. Het was nog steeds heerlijk weer en ik had mijn camera in de aanslag want je weet maar nooit wat je daar op de weg tegenkomt. Bij het stukje land aangekomen klommen Adrian en Petrica in de bomen en begonnen een geweldig staalte “schudkunst” ten toon te spreiden. Honderden appeltjes vielen naar beneden en wij begonnen die allemaal in grote plastic zakken te stoppen. Petrica moest al snel terugrijden naar de boerderij om de zakken leeg te maken en wij gingen eens lekker op de berghelling liggen, naast de fundamenten van hun oude boerderij die daar ooit had gestaan. Het was wel een stukje nostalgie daar en het uitzicht was natuurlijk weer prachtig. Na nog een aantal zakken volgestopt te hebben stapten wij allemaal achterin de auto van Petrica en kwamen bezweet en moe terug op de boerderij. Petrica stak de bbq aan en Adrian pakte zijn laptop want iedereen wilde mijn foto’s zien. Wij zaten lekker buiten want het was nog steeds warm, ik sloot de camera aan op de pc en zo zaten wij midden in Moldavië, in de tuin van een oude boerderij zonder waterleiding of wc, naar het beeldscherm te turen. Iedereen hing over onze schouders heen om maar niets te missen van dit wonderlijke staaltje techniek. Ook diverse buren kwamen een voor een binnenschuiven met een smoes want iedereen wilde de foto’s wel zien en kennis maken met die Hollanders. Het werd een gezellige boel daar op het erf, de dorpelingen waren vereerd dat Gainesti bezoek had uit het verre buitenland en er werd heel wat afgekletst. Henny had poes Mozart te pakken en die twee dat was liefde op het eerste gezicht, waren niet bij elkaar weg te slaan. Mamuta was minder blij met deze liefde, Mozart zat onder de vlooien en ze was bang dat die vlooien het huis onveilig zouden gaan maken.

‘s-Avonds was iedereen bekaf van al het werk en hing de hele meute massaal op de bedden bij gebrek aan stoelen of een bank. De tv stond te loeien en bracht folkloristische muziek ten gehore waarop mamuta en ik nog een dansje maakten, dit onder grote hilariteit natuurlijk. Doodmoe gingen wij naar bed.

Zondag 16 september. Het was gedaan met de pret in Moldavië. Om 9 uur moesten Adrian, Henny en ik weer vertrekken want om 5 uur die middag ging ons vliegtuig terug naar Nederland. Met veel gezoen en geknuffel werd er afscheid genomen van elkaar en stapten wij in de auto, klaar voor weer 7 uur tuffen. Ik moest met mijn hand op mijn hart beloven dat ik toch echt weer een keer terug zal komen en dat deed ik dan ook met liefde. Dit was zo’n geweldige ervaring geweest…..dat moet natuurlijk een keertje overgedaan worden. Ik zou graag terugkomen in de armoedige boerderij zonder waterleiding, badkamer of wc. Dan maar het hokje in de tuin, dan maar met emmertjes naar de waterput om water te halen, dan maar niet elektrisch koken of op gas……gewoon het leven leven zoals zij dat al honderden jaren doen en zoals mijn voorouders geleefd hebben. Want je gaat daar wel even flink terug in de tijd wat dat betreft. En wij waren aan de ene kant geweldig in de watten gelegd, aan de andere kant moesten wij ook onze handen uit de mouwen steken maar dat deden wij graag en met liefde…..ik zou het morgen overdoen als ik de kans kreeg.

Na weer een forse rit, en een doodvermoeiende, kwamen wij om 4 uur aan op het vliegveld. Adrian had zich werkelijk goed door het verkeer heengeslagen en zette ons veilig af op Otopeni. Om kwart over 10 in de avond arriveerden wij vuil en moe op Schiphol waar Werner ons al stond op te wachten en om half 12 stapte ik verheerlijkt onder de douche.

Roemenië, je bent en blijft een land om nooit te vergeten. Wat heb ik weer veel meegemaakt, ervaren en beleefd. Tot de volgende keer…..la revedere!