1995: Hoe het allemaal begon

Roemeniė Het land van arme, maar oh zo gastvrije mensen, wonderschone natuur en Dracula! Het land waar ik 11 jaar geleden mijn hart aan verloor!

Hoe het allemaal begon!

Hoe komt een nuchtere Hollandse meid in het relatief onbekende Roemenië verzeild hoor ik sommigen van U denken. Een land dat de meeste mensen alleen kennen van de verschrikkingen van dictator Ceausescu, volop bedelaars in de straten, kreupele oude van dagen op boerenkarren, afschuwelijke taferelen van kindertehuizen op tv, smerige dorpen zonden electriciteit, riolering en waterleiding, en de meeste mensen die ver onder de armoedegrens leven.

Nou, dat is een verhaal op zich. Zo’n 18 jaar geleden besloot ik om lid te worden van een penfriendclub, je weet wel, zo’n organisatie die mensen vanuit de hele wereld in staat stelt om met elkaar te corresponderen. Mijn interesses lagen toch wel in het toen nog relatief onbekende Oostblok, en naar aanleiding daarvan kon ik corresponderen met ene Angela uit Boekarest in Roemeniė. Daar had ik wel oren naar, dus ik klom in de pen, schreef in mijn beste Engels een briefje en wachtte vol ongeduld op een bericht van haar.

Dat kwam al snel, ja ze wilde wel schrijven met iemand uit het voor haar totaal onbekende Nederland. En dat was het begin van een langdurige correspondentie tussen ons. Natuurlijk waren wij na een tijdje schrijven toch wel erg nieuwsgierig naar elkaar en begonnen wij foto’s uit te wisselen. Voor mij ging er een wereld open, de foto’s van Angela en haar man Nicolae leken te stammen uit het jaar nul. Hun kleding, de natuur, hun flatje 10 hoog achter in Boekarest, het leek wel een heel ander leven. Datzelfde gold voor Angela, mijn foto’s sloegen bij haar ook in als een bom!

Enfin, de correspondentie ging een aantal jaren stevig door, en Angela begon mij dan ook regelmatig uit te horen of ik zin had om eens een keer naar Roemenië te komen, ze zouden het zo leuk vinden mij eens te ontmoeten. Nou, daar had ik wel oren naar, dat leek mij toch wel een heel avontuur zeg. Mijn nu ex-man was natuurlijk lang niet zo enthousiast als ik, was ook lang niet zo avontuurlijk aangelegd, en probeerde mij nog voorzichtig op andere gedachten te brengen. Maar wat in mijn kop zit, zit nou eenmaal niet in mijn kont en ik zette door. Ik boekte op mijn verjaardag op 10 juni 1995 een retourtje Boekarest en was in de zevende hemel, ik ging naar Roemenië!

Paps en mams waren ook niet zo enthousiast over mijn drieste voornemen. “Meid, wie weet waar je in verzeild raakt, wat weet je van die mensen, zullen ze niet alleen op je geld uit zijn, waar ga je slapen, neem een rol wc-papier mee, hier nog wat extra guldens voor het geval dat”.

En zo ging het maar door, iedereen dacht kennelijk dat ik naar een of ander ontwikkelingsland in verweggiestan ging. Ik had er een goed gevoel over en werd nog nieuwschieriger naar dit relatief onbekende land in het “verre oosten” van Europa.

Uit de brieven van Angela had ik echter allang de nodige zaken kunnen opmaken. Ze waren in het trotse bezit van een klein autootje (een hele luxe in Roemeniė), hadden allebei een goede baan, een eigen flatje, onderhielden hun beide moeders ook nog (en doen dat nog steeds), en hadden onlangs een stukje land in de bergen weten te kopen om daar een vakantie-huisje op te gaan bouwen.

Kortom, Angela en Nae behoorden tot de inmiddels wat meer “gefortuneerde middenklassers” in hun land (als je samen een maandinkomen hebt van ongeveer 250 Dollar, heb je het goed voor elkaar daar). Voor paps en mams geen reden tot ongerustheid dus.

Ik maakte mij daar al helemaal niet druk om. Ook al waren het arme boeren geweest met een hutje op de hei, 1 koe op stal en een waterput op het erf, dan nog zou ik er naar toe gaan. Onze correspondentie was zo intens en leuk, dat kon niet fout gaan, wij hadden al een hechte band zonder elkaar ooit te hebben ontmoet.

Ik stapte diezelfde middag nog het ANWB-kantoor binnen en verlustigde mij aan de spaarzame collectie reisgidsen van Roemenië. Nadat ik een gids en een woordenboekje op de kop had getikt ben ik naar huis gevlogen en verdiepte mij in de verhalen en omschrijvingen. Ik heb het in een adem uitgelezen en geloofde mijn ogen niet. Het bleek spot-, maar dan ook spotgoedkoop te zijn, er waren veel bezienswaardigheden en mooie gebouwen te bewonderen en er werd een boeiend reisverslag gegeven over het platteland. Ik kon niet wachten om dit zelf allemaal te gaan ervaren.

Nog nooit was de tijd zo langzaam gegaan, die drie maanden dat ik moest wachten duurden een eeuwigheid. Eindelijk was het zo ver en werd ik bepakt en gezakt bij het vliegveld afgezet en nagezwaaid door de familie. Dit was het begin van geweldige vakantie en nog vele fijne tijden in de jaren daarna.

Roemeniė 1995